Alle andere delen van het projectbesluit kunnen wel vervallen. Dit zal het geval zijn als:
1. de verwezenlijking van het projectbesluit niet binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van het projectbesluit wordt gestart;
2.de werken gedurende meer dan drie jaar worden onderbroken.
De overheid die het projectbesluit heeft vastgesteld, kan deze termijnen van vijf en drie jaar verlengen, mits motivering.
Er wordt geen maximumtermijn wat betreft de verlenging opgelegd. Dit betekent echter niet dat de overheid zonder meer de geldigheid van het projectbesluit oeverloos kan blijven verlengen. Bij elke verlenging zal zij uitdrukkelijk de verlenging moeten motiveren en ingaan op de opportuniteit van de verlenging (bijvoorbeeld gesteund op het feit dat de financiering en/of de aannemingsprocedure nog niet rond zijn), op het feit dat de effectenbeoordelingen nog voldoende actueel geacht worden en op de vaststelling dat het voorwerp van het projectbesluit, als invulling van de eerdere doelstellingenformulering, nog wel voldoende relevant is.
Bovendien zal de overheid bij de verlenging moeten aangegeven voor welke (nieuwe) termijn de verlenging geldt en de nodige communicatie hiervoor voeren.
De (al dan niet verlengde) vervaltermijnen worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van het projectbesluit bij de Raad van State aanhangig is.
Let op!
De (al dan niet verlengde) vervaltermijnen worden gerekend per fase, toch als het projectbesluit uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het project. Voor de tweede en de volgende fasen is de aanvangsdatum van de fase in kwestie bepalend voor de vervaltermijn.
Let op!
Het verval van een projectbesluit geldt alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een project. Een gedeelte is afgewerkt als het kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten, in voorkomend geval na sloping van de niet-afgewerkte gedeelten.